woensdag 20 februari 2013

zingen is druk en onderdruk afwisselen

Een mens ademt lucht in en uit. Als hij dat wil, produceert hij daarbij ook nog geluid. Hij doet iets met zijn strottehoofd zonder te weten wat. Wat doet hij eigenlijk?

Door de lucht onder een bepaalde druk uit te blazen komen de stemplooien in trilling en brengen daarmee de passerende lucht ook in trilling. Er ontstaat geluid. Maar het is belangrijk daarbij de juiste luchtdruk toe te passen. Bij te weinig luchtdruk openen de stembanden niet goed. Maar bij te veel druk knijpt het strottenhoofd juist dicht. Je kan niet meer zingen.

Hoe worden de stemplooien tot trilling gebracht ? 

Om geluid te kunnen maken brengt een mens onbewust de stemplooien dichter bij elkaar, en ademt daarbij dusdanig uit dat die door de luchtdruk weer open geduwd worden. Het openen is als het ware een kleine ontlading en wordt gevolgd door even een moment van geen druk; de stemplooien komen dan dus weer bij elkaar. Om vervolgens weer open geduwd te worden door de nieuw opgebouwde luchtdruk. Klank ontstaat dus doordat de stemplooien de luchtstroom in kleine stootjes opknippen. Het openen is een gevolg van stijgende bovendruk. Hierna volgt een moment van onderdruk, de stemplooien sluiten zich weer tot er weer voldoende bovendruk is opgebouwd.

Je kunt dit fenomeen zien als je een ballon opblaast en deze vervolgens weer leeg laten lopen. Het tuitje doet 'bdbdbdbdbd', en wappert heen en weer, onderdruk en bovendruk met elkaar afwisselend.

Om het beeld nog completer te maken: Veel mensen denken dat de stembanden plat zijn of een soort snaar. Dat is niet het geval, zoals te zien is op het plaatje hieronder. Stemplooien is dus eigenlijk een betere term. Het plaatje laat zien hoe de stemplooien bij het klank maken steeds van onderaf open worden gedrukt naar boven toe (beweging 1 t/m 5), en dat ze ook weer sluiten van onderaf naar boven toe (beweging 6 t/m 10). De streep in het midden tussen de stemplooien stelt de luchtdruk voor. De stemplooien maken als het ware een beweging als de vleugels van een vogel.






Hoe kunnen de stemplooien maximaal tot trilling gebracht worden? 

Nu is het geval dat de meeste zangmethoden zich bezig houden met het opvoeren druk op het strottenhoofd. Ademsteun, spieroefeningen, het aanspannen van de bovenlip of neusvleugels enzovoorts vergroten allemaal de spierspanning in het strottenhoofd. Het is niet zo dat dit niet werkt. De stem zal tot op zekere hoogte presteren en misschien ook het gewenste geluid produceren. Maar de stemplooien zullen niet maximaal trillen als er geen aandacht wordt besteed aan de terugverende ontspanningsmomenten. Want de stemplooien kunnen vrijer bewegen wanneer ook de onderdruk gestimuleerd wordt. Hoe doe je dat? Dit heeft te onder andere maken met richting: Niet alleen klank projecteren maar ook je er bewust van zijn wat je aan klank terug ontvangt. In het artikel over zingen met je oren wordt hier meer aandacht aan besteed.

www.lichtenberger-zangles.nl