De mixed voice ontstaat in het strottenhoofd zelf doordat in de musculus vocalis het vibreren van de randen en het volledig doortrillen van de stemplooien met elkaar worden gecombineerd. Een dergelijke stem verenigt in zich de tegenstellingen van hel en donker, licht en schaduw, dag en nacht. Deze kwaliteiten zouden niet afhankelijk moeten zijn van de toonhoogte. Het is een stem die zowel sonoriteit heeft als een bepaalde rinkel (door de gestapelde zangersformanten). Deze rinkel wordt in het Duits ‘Brillianz’ wordt genoemd, een tot nu toe onvertaalbaar woord en een term die ik in dit artikel zal blijven gebruiken.
Het is belangrijk om de mixed voice te ontwikkelen omdat dit de zanger een ervaring kan geven voorbij het onderscheid tussen kop- en borststem, waarbij het hele lichaam de zang ondersteunt en het zingen moeitelozer en rijker wordt.
De inrichting van ons sensorisch zenuwstelsel maakt dat onze hersenen zich in de eerste plaats richten op de gemakkelijk waarneembare horizontale klankversterking in de mond als resonator.
De tong, lippen (èn handen) zijn veel gevoeliger dan andere delen van het lichaam. Dit heeft te maken met de organisatie van de zenuwen en de sensorische cortex in de hersenen. In dat deel van de hersenen wordt ieder lichaamsdeel gerepresenteerd in zijn eigen gebied. Sommige lichaamsdelen nemen daar een veel groter gebied in dan andere, zoals treffend geïllustreerd wordt in de sensorische homunculus (zie illustratie).
Ieder mens is gespecialiseerd in het waarnemen van sensaties in de mond, omdat dit de plaats is waar eten en drinken geproefd wordt. Daarbij is de mond ook het instrument voor communicatie. Deze natuurlijk gegeven fixatie op het mondgevoel belemmert de ontwikkeling van de mixed voice.
De aandacht op het mondgevoel leidt al snel tot overactiviteit in articulatie, terwijl de gevoeligheid voor fijnere stemplooitrillingen wordt verwaarloosd. Het is noodzakelijk voor de leerling om die aandacht te verleggen en zich bewust te worden van andere, eerder minder dominante resonansruimten.
Eén van de wegen daarnaartoe kan zijn hem of haar te vragen een hand te leggen op een willekeurig gekozen plaats op het hoofd, in de hals, nek, op de borst of in de zij. Je gebruikt zo de sensorische dominantie van de hand om de automatische aandacht voor de lippen en de tong te doorbreken. Daardoor komt er ruimte om aandacht te geven aan, en informatie te verkrijgen over, een lichaamsdeel dat normaal gesproken, vanwege de bedrading, nauwelijks opgemerkt wordt. Wanneer dit in rust kan worden onderzocht, treedt er meestal een zowel voor de docent als de student duidelijke klankverschuiving op in de verticale as van het lichaam, die waargenomen kan worden als ‘Brillianz’ en sonoriteit.
De intentie waarmee men zichzelf aanraakt is belangrijk. Het lichaam reageert op iedere aanraking (ook van onszelf) met een mix van verstrakking, onverschilligheid en verwelkoming. Veel mensen zijn niet gewend zichzelf bewust aan te raken; zij zien hun lichaam niet zozeer als onderdeel van zichzelf maar als een ding. Dan krijgt men soms weinig mee van wat er onder die hand gebeurt, ook al treden de klankverschuivingen wel op. Het tegenovergestelde kan ook een probleem geven: het eigen lichaam met een te grote omzichtigheid benaderen kan innerlijke afweer oproepen. Zodra alle reacties aanvaard kunnen worden, komt er ruimte voor contact en verwondering.
Het herkennen van licht en donker in de eigen stemklank maakt nagenoeg altijd een grote indruk op de zanger. Maar zodra hij of zij zich verlustigt in zijn eigen ‘Brillianz’ wordt de sonoriteit naar de achtergrond gedrukt, en vice versa. Dit bemoeilijkt het samengaan van licht en donker. De herkenning van licht en donker zou veeleer een voorbereiding moeten zijn voor het moment waarop deze frequenties zich werkelijk vermengen en op een niet te onderscheiden manier elkaar wederzijds verrijken. Dat gebeurt via de complexe en rijke feedback van de verschillende resonantieruimten van het lichaam. ‘Brillianz’ verliest haar schelheid doordat haar bijzondere positie als een soort "metalen sierstrip" op de klankstructuur wordt opgegeven. Zij krijgt nu een warme en verbindende werking, terwijl de sonoriteit lichtgevend en ruimtelijk wordt. ‘Brillianz’ en sonoriteit gaan op in elkaar en blijven daardoor tegelijkertijd bestaan. Dan hoor je een geheel waarin je niet meer kunt onderscheiden wat sonoor en wat briljant is.
Sadhu Bollandwww.lichtenberger-zangles.nl